Reactie op APPM-rapport: Haal variant Noordtak van tafel
De Tweede Kamer is deze week door de Regering geïnformeerd over de uitkomsten van de landelijke OV- en Spoortafel (zie: Uitkomsten Landelijke OV- en Spoortafel 16 juni 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal). De afhandeling van het goederenvervoer is hiervan een onderdeel. Hierbij is ook de GNOE-notitie (de Goederenroutering Noordoost Europa) openbaar gemaakt die afgelopen maanden door het onderzoeksbureau APPM is opgesteld.
De afgelopen maanden heeft de Stichting ‘Stop de Noordtak’, bestaande uit 54 bewoners- en maatschappelijke organisaties uit Twente en de Achterhoek, met elkaar gestreden tegen de Noordtak van de Betuweroute. Doel was dat men ook in Den Haag inziet dat een nieuw goederenspoor door de Achterhoek en Twente geen oplossingsrichting is. Kern van de kritiek was dat door kritisch naar de goederenoverslag in Rotterdam te kijken en de afhandeling van containers via de bestaande Betuweroute en binnenvaart te doen de overlast van alle bewoners van spoorgoederenvervoer in Oost Nederland verminderd wordt. Ook is de meer principiële vraag of onze economie wel zo moeten blijven groeien, gezien onze andere grote opgaven waar we voorstaan zoals het klimaat en de circulaire economie.
Reactie op APPM-rapport
Bijgevoegde brief is tijdens de bestuurlijke behandeling van de GNOE-notitie aan de staatssecretaris, lokale, provinciale en regionale bestuurders verstuurd. Naast inhoudelijke kritiek op de notitie roepen wij Den Haag op de variant Noordtak van tafel te halen. Want ook zonder verder onderzoek naar nut en noodzaak of varianten is nu al helder dat door de hoge kosten, - een reden om eerder deze spoorlijn al in een vroegtijdig stadium in 2014 niet verder uit te werken -, de onherstelbare schade aan natuur en landschap en de maatschappelijke implicaties de Noordtak geen serieuze optie is. Zo wordt verdere brede langdurige onrust onder bewoners, landbouwers en natuurorganisaties vermeden. Het is in niemands belang deze optie nog gedurende lange tijd te laten bestaan.
Bron: Brief aan Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat dd 17 mei 2022